zondag 26 juni 2011

liefde is.... vriendschap

Ook in vriendschap kan er zoiets zijn als ‘liefde op het eerste gezicht’.
In de brugklas kwam ik bij toeval, ik weet nog de plek en het lokaal, naast haar te zitten. We merkten direct dat we moesten lachen om dezelfde dingen, we maakten dezelfde grappen en deden dat dan ook het hele lesuur door. Nogsteeds ligt er op zolder een doos met briefjes en tekeningen met commentaren op vanalles wat we hadden meegemaakt of op alles wat ons op dat moment opviel. Zo eens in de paar jaar, meestal bij een verhuizing of verbouwing, komt het kistje weer te voorschijn en moet ik weer net zo hard lachen als vroeger, als ik al die onzin weer zie.  En meestal kan ik me nog precies herinneren over wie of wat die onzin ging.

We werden hartsvriendinnen. We deden alles samen, maakten de eerste verliefdheden mee (ze had grote broers, en vaak een huis vol vrienden), gingen samen uit, ik mocht mee op vakantie, zij ging met mij mee en ik logeerde er (in mijn herinnering) bijna ieder weekend. Haar moeder had het woord ‘zoete inval’ zelf uitgevonden. Niks was te gek. Ook mijn eigenaardigheden niet. En haar vader… die was er… aanwezig op de achtergrond, scharrelend rond zijn huisje dat hij zelf had gebouwd. En hij schikte zich - denk ik… misschien is er een strijd gestreden die ik helemaal niet in de gaten had, als puber heb je blinde vlekken genoeg- , stilletjes glimlachend, in het lot dat hij een vrouw had, die het altijd maar goed vond dat al dat jongvolk altijd maar over de vloer kwam.
Nachten hebben we er doorgebracht… met een afzakkertje op  de bank na het stappen, en een laatste sigaretje, en nog één, en nog éen… Vaak gingen we pas slapen als de vogeltjes begonnen te fluiten. Maar het kwam ook voor dat we pas naar bed gingen als ‘Theo en Thea’ op zondagmorgen waren geweest.

Door al dat gestap en verliefdheden kwam er van leren niet veel terecht. Ik ging naar de Havo, zij bleef op het VWO. We verloren elkaar een beetje uit het oog. Zij ging studeren. Ik de verpleging in. We zagen elkaar nooit meer. Tot ik met Mike ging samenwonen in Rotterdam. In de supermarkt liep een meisje voor me met net zulk wit haar als zij. Dat kon er maar eentje zijn. Ze bleek een paar straten achter me te wonen. Ik was blij dat ik haar weer gevonden had. Niet dat we toen de vriendschap weer oppakten als voorheen… daarvoor lagen onze levens toen misschien te ver uiteen. Maar we hebben wel beloofd om elkaar nooit meer uit het oog te verliezen.

Jaren later, toen onze levens weer wat meer parallel liepen, bleek dat de basis die we vroeger hadden gelegd, er altijd is gebleven. Terugkijkend op de vriendschap heeft zij me ooit eens verteld dat ik haar eerste ‘echte’ vriendin was. Iemand die haar nam zoals ze was, zonder bijbedoelingen of kwaad te willen. (Hoe zou iemand haar ooit kwaad hebben willen doen, vroeg ik me af ???) Terugkijkend heb ik maar weinig vriendinnen gehad, bij wie ik me zó thuis heb gevoeld, en bij wie ik zo enorm mezelf kon zijn.

We zien elkaar niet vaak. We hebben allebei een druk leven. Maar we zijn altijd bij elkaar ‘getuige’ geweest bij alle belangrijke dingen in het leven. Als het niet lukt om elkaar te zien, dan spreken we per mail een datum en een tijdstip af, waarop we elkaar uitgebreid gaan bellen. In december hebben we voor het laatst geprobeerd een date te maken. Dat is niet gelukt. Al scharrelend rond zijn huisje, was haar vader onwel gewroden. Haar vader bleek plotseling ernstig ziek, en sindsdien volgden er eigenlijk alleen maar slechte berichten. Tot het laatste bericht, afgelopen zondag, op vaderdag... Haar lieve vader, die stille, glimlachende man, die het allemaal maar best vond dat ik daar zo’n beetje deel uit liep te maken van het gezin, die lieve man, is overleden. Morgen gaan we hem begraven.

En omdat ik haar zo goed ken, omdat ik weet hoe lief ze haar vader vond ( dat bleek wel uit hoe boos ze als puber op hem kon zijn), omdat ik weet hoe warm en hecht het gezinnetje was,  omdat ik weet hoe belangrijk ze elkaar vonden, denk ik ook te weten hoeveel verdriet mijn vriendinnetje zal hebben, en hoe erg ze haar vader, de opa van haar kindjes, zal gaan missen.

Het enige wat ik kan doen is er morgen voor haar zijn, om haar na te staan bij dit moeilijke laatste moment… omdat ik weet hoe fijn het is wanneer je dit soort momenten met je vrienden kan delen….

maandag 13 juni 2011

bettie akkumaai ?

Na bijna 4 jaar Bergen mag ik toch wel zeggen dat ik aardig ingeburgerd ben in het Berregse. 4 jaar.... ik weet nog goed dat we op google een lijntje over de lijn rotterdam/antwerpen legden en dan in gingen zoomen (wat een toepasselijk woord :-) ) via google om te kijken hoe de ligging van het huis was, en of de omgeving wel leuk was.

Soms was het plaatje heel leuk, maar dan het dorp... lang leve google... we lazen al gauw dat we er in PVV-dorp Sintwillebrord er niet tussen zouden komen.
Heerle ( Heerlen? dat ligt in Limburg... het dorp dat hier vlakbij ligt heet Herrel !) had leuke huizen, maar bleek ons toch iets te dorps. Stampersgat... de naam alleen al. Zo vielen ook Klutsdorp, Lepelstraat en Helwijk alleen op de naam al af.

Bij Bergen op Zoom zoomden (woordgrapje :-) ) we in op de Bergse plaat. Zo kwam het dat Mike de open huizenroute langsging, alvast een voorselectie maakte, en tijdens het pinksterweekend daarna ben ik bij zijn eerste keus gaan kijken. Binnen 2 dagen hadden we een huis erbij... en zo geschiedde.

Intussen kan ik het Bergs aardig volgen. Ik weet dat als we met de loopgroep lopen tot ' 't ekkertje ginterwijd' , dat dan het hekje daar in de verte wordt bedoeld. En als mijn manager zegt dat klanten gelijk moeten betalen, omdat ik er anders alleen maar 'dol mee krijg', dan moet ik voorkomen dat ik er problemen mee krijg.
De vastenavend, dat is niet de avond waarop er gevast wordt... nee, dat duurt een dag of 4. Dat valt toevallig altijd gelijk met het carnaval ;-). De dag waarop de vastenavond valt, dat is 'Asselewoensdag'.

Als iemand zegt dat hij uit 'Smerdiek' komt, dan weet ik inmiddels dat hij helemaal uit Sint-maartensdijk is komen rijden. En als ze vragen: 'bendebenukt?!' dan vragen ze niet of ik een goeie beurt heb gehad, maar de bedoelen ze: 'ben je nou helemaal betoeterd?'Wanneer mensen bezorgd vragen : 'wat doet'r op?' Dan weet ik dat ik moet vertellen wat er aan de hand is.
En op naailes weet ik intussen dat ik vrienden maak als ik thee ga halen op het moment dat er geroepen wordt dat ze 'niemeer kenne tuffe van de dorst'.

Toch gebeurt het nogweleens dat ik tijdens een gesprek een glazige blik in mijn ogen krijg, omdat ik het niet helemaal kan volgen. Een loopmaatje van me vroeg laatst in het bos aan iemand: 'bettie akkumaai? '  Misschien dat je de vertaling beter kan maken als ik erbij vertel dat we in het bos liepen en dat we een schattig hondje met zijn baasje tegenkwamen.

Vanmorgen vertelde mijn loopmaatje dat hij maar weinig tijd had gehad om te hardlopen de afgelopen tijd. Zijn moeder lag in het ziekenhuis, hij moest haar huis opknappen, en in zijn eigen huis had hij een 'koefles' laten plaatsen. Ik daag jullie uit om zonder google te raden wat hij voor zijn huis heeft aangeschaft :-)