Zaterdagmorgen. Om half 8 gaat de wekker. Ik schuif de gordijnen open en ik kijk uit het raam. Ik voel de voorpret al: de sneeuw ligt er nog mooi bij en de lucht is helder. Over een uurtje zal de lucht strakblauw zijn, en een mager zonnetje zal zijn best om een beetje warmte te geven. En ik mag ervan gaan genieten! In in het bos! Eventjes moet ik de koude slaapkamer overwinnen, maar eenmaal aangekleed komt de zin weer terug.
Zaterdagmorgen is míjn morgen. Er wordt dan altijd hardgelopen in het bos. En weer of geen weer…. Er is altijd een opkomst van een man of 20.
Zo gauw ik de afslag naar het bos oprij, lijkt het of ik in een sprookjeswereld kom. Alles is wit, alle takken nog bedekt met een vers laagje sneeuw. De winterefteling is er niks bij….
We beginnen met een rustig dribbeltje. Het is -12 ! De spieren worden maar moeilijk warm. Het is prachtig in het bos, en stil. Maar het gekraak van de sneeuw onder 25 paar voeten klinkt oorverdovend.
We schroeven het tempo op. De voorhoede maakt zich los van de groep. Ik probeer aan te haken, en voor een paar honderd meter lukt het. Maar, ai, wat is die wind koud. Ik herschik mijn muts en frummel wat aan mijn sjaal. En ondertussen beslaan mijn brilleglazen. Als ik weer zicht heb, zie ik dat er een gat is ontstaan tussen mij en de man voor mij. En ik besluit het zo te laten. IK BESLUIT HET ZO TE LATEN! Van schrik doe ik een tandje terug, en ik geniet!!!! Ik geniet van de stilte. Het lijkt of alleen ben in dat mooie, stille bos, maar ik voel de veiligheid van de groep die voor en achter me met me meeloopt.
En ineens VOEL ik ook het kwartje vallen. Meestal heb ik een negatief gevoel als ik niet mee kan komen, en sinds de operatie is dat gevoel heel vaak aanwezig. Maar ineens VOEL ik ook wat ik al 100 keer had gedacht, maar dan om mezelf moed in te spreken/ vermanend toe te spreken. Ik VOEL dat het niet uitmaak hoe hard ik loop. Ik voel DAT ik daar loop, en dat ik blij ben dat ik daar kan lopen. Voor hetzelfde geld was de uitslag heel anders geweest en had ik niet onbezorgd verder kunnen leven. En wat maak ik me dan druk om kleine kwaaltjes? Ik loop en ik ben gelukkig!!!
Zondagmorgen half 8. Ik slaap bij mijn vriendin in Capelle a/d IJssel. Ze schuift de grodijnen open en ze kijkt uit het raam. Ze meldt dat er een vers pak sneeuw is gevallen, en ik baal. De weg zal slecht zijn. Voorlopig zullen de strooiwagen ook nog niet klaar zijn met hun rondes. Om half 10 moet ik in Bergen op Zoom zijn. Janneke heeft een turn uitvoering, en ik heb afgsproken om mee te doen aan de Kievitloop. Tja…. Wat doen we… ik besluit toch maar te gaan rijden. Er is voor de hele morgen sneeuw voorspeld, dus veel beter zal het niet worden. Stapvoets glij ik de wijk uit. Ik vind het 10 keer niks…. De grotere wegen gaan iets beter, maar op de snelweg kunnen we niet sneller dan 80. Tot de Moerdijkbrug gaat het goed. Maar daarna kom je Brabant in, en dan tel je kennelijk niet meer mee. Er is daar nog geen strooiwagen geweest, geen sneeuwschuiver….
Het is bar en boos. In colonne rijden we met een gangetje van 50 richting Bergen. En het pak sneeuw wordt alleen nog maar dikker. Hoe dichter ik bij huis kom hoe moeilijker het wordt. Ik vind het eng met de kindjes achterin, maar hen ontgaat ‘de strijd die moeders levert tegen de elementen’ . Zij zijn zoet op hun DS-sjes.
Gelukkig pas ook de rest van wakker Nederland zich goed aan de snelheid aan, en komen we veilig thuis.
Thuisgekomen blijkt dat de kievitloop is afgelast, maar stiekem had ik al besloten om toch maar niet te gaan. Gelukkig heeft Janneke een leuke turnuitvoering gehad, dus hebben we niet helemaal voor niets mopperend en balend de sneeuw getrotseerd.
Van beide ochtenden heb ik geen illustrerend fotomateriaal. Maar kijk naar buiten, en je kunt je er vast wel een voorstelling bij maken.
Maar wat mij het meest verbaast is hoe het de ene dag bijna hemels kan zijn, en de volgende dag bijna hels!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten