Wat is het toch altijd leuk om te zien hè, dat alles het na een koude winter het gewoon weer gaat doen.
Deze sering is een voortvloeisel uit een eigenwijze bui.
Een jaar of 3 geleden had ik van de 'opslag' van de sering van mijn schoonmoeder een loot meegenomen voor in mijn eigen tuin. Ik had hem bij mij in de tuin gezet, en waarempel sloeg hij aan.
Totdat de tuinman de tuin opnieuw kwam aanleggen.
Mijn gedoe van mij met die seringenloot vond hij maar niks. Zo'n loot zou toch niet gaan bloeien. En als hij al ging bloeien, dan de eerste vijf jaar zeker niet.
Toen hij even niet keek heb ik de sering toch van de afvalberg geplukt en in de voortuin geparkeerd. En toen de tuinaanleg klaar was, heb ik hem in een verloren hoekje in de zon gezet.
De tuinman leek gelijk te krijgen vorig jaar: nul bloemen.
Maar dit haar haalt hij de schade ruim in.
De brem heeft ook al zo'n grappige oorsprong.
Bij schoonmama in de tuin staan een aantal bremmen.
Daar had ik eens wat zaadjes van meegenomen en geplant.
En vervolgens was ik het weer vergeten.
Totdat ik op het einde van de zomer een lange tak met kleine blaadjes zag in een pot. Van alle zaadjes was er één een brem geworden.
Met liefde heb ik hem binnen laten overwinteren.
En vorig jaar kreeg hij ook een plekje in de tuin.
Nu voor het eerst laat hij zijn gele bloemen zien.
Dit vond ik ook wel een verrassing, het afgelopen weekend. Na mijn man, mijn zoon en ik is ook mijn dochter geïnfecteerd met het motorvirus. Ik was een rondje gaan hardlopen toen ze ineens samen voorbij kwamen scheuren. Mr. C. luid toeterend. Janneke met één hand losjes zwaaiend naar haar moeder.
Ik kreeg bijna een hartverzakking.
Ze waren lekker even een kibbelingetje gaan eten in Yerseke.
Ik vrees dat het niet de laatste keer is dat ze op een motor is gestapt. En ik snap nu ook dat míjn eigen moeder het er helemaal niet mee eens was toen ik zelf motor ging rijden.
En toch vind ik het ook wel mooi en stoer :-).