vrijdag 27 maart 2015

Zwijmelen op zaterdag: Daarboven in de Hemel

Hoe snel het de laatste maand *klik* ging... zo lang duurde het laatste stukje *klik*.

Op woensdagmorgen kwam het onvermijdelijke, en ja, toch ook verlossende bericht.
Mijn schoonmoeder was overleden. Rustig, zonder pijn, zonder strijd, met haar jongens bij haar.

Gek... hoe angst, acceptatie, nu al missen, schok en verdriet elkaar afwisselen.

Het zal raar zijn om straks weer naar haar huisje te gaan en haar daar nooit meer aan de tafel te zien zitten, of in het zonnetje op het terras. Het huisje zal leeg zijn.
Het zal er vooral ook stil zijn. Er stond altijd wel een radio aan. En ze kletste veel.
Veel en lang.

Toen we er woensdagmiddag wegreden vroegen de kinderen aan papa of hij ons wilde uitzwaaien netzoals oma dat altijd deed. Als we bij haar wegreden -een lange weg haaks op haar huisje- stond ze altijd met twee handen in de lucht te zwaaien. De weg was best lang. Ze stond er altijd tot we haar niet meer zagen.

Haar huisje... daar zullen we hopelijk nog vaak komen.
Maar een tijdperk is voorbij.
Het was een plek waar we altijd welkom waren. Altijd!
Nooit waren we met teveel. Nooit kwam het ongelegen. Nooit kwamen we te vroeg of te laat.


Haar huisje... daar zullen we blijven komen. Maar ik vind het een gek idee dat daar nooit meer iemand op ons zal zitten wachten.

Het ware zware en intense weken.
Bijna een maand is Mr. C. bij zijn moedertje geweest.
We verlangen er alledrie weer naar dat hij thuis is.

Het is mooi zoals Mr.C. voor zijn moeder heeft kunnen zorgen.
We zullen haar missen.

Ik heb de laatste weken naar iets gezocht wat uitdrukte wat we gemeen hadden.
De liefde voor Mr.C. Dat is duidelijk. De liefde voor onze kinderen.
Want reken maar dat ze gek was op ons spulletje.

We deelden de liefde voor de bloemen en planten in de tuin. En we dronken allebei graag een glaasje wijn. Maar verder... onze smaak voor wat mooi is, onze smaak voor wat lekker is, onze smaak voor muziek of boeken die we graag lazen... die lag vaak ver uiteen.

Toch kwam er van de week een lied voorbij, waarin we elkaar vinden.
Een lied, gezongen door Herman Finkers, waar ik groot fan van ben, begeleid door André Rieu, waar ma groot fan van was.

En het gaf eigenlijk ook een heel simpel antwoord op de vraag waar ik de laatste weken toch weer een beetje over nadacht. Die hemel... dat ze bij opa Jan en bij Annemiek zal zijn... het staat voor mij vast dat dat zo is. Maar stel nou... dat die hemel slechts verzonnen is... wat dan?
Herman geeft hier het nuchtere antwoord op wat ik eigenlijk zocht...

Over een paar dagen zwaaien wij haar uit. Met twee handen boven ons hoofd.
Boven wacht haar een dierbaar welkomstcomité!




Meer in  de rubriek Zwijmelen op Zaterdag ? Kijk bij Marja *klik* .

vrijdag 20 maart 2015

Zwijmelen op zaterdag: Mooie Dag

Vanavond waren we weer even een paar uurtjes een compleet gezin.

We zaten met ons viertjes aan tafel, aten een maaltijd die door vrienden van de familie was gekookt, dronken een glaasje wijn en bespraken de week die was geweest en de week die zou komen.

Thuis doe ik mijn best om 'zo gewoon mogelijk' te doen.
Dat is voor de kinderen het beste. Daarop varen we de makkelijkste koers.
Maar het valt niet mee.

Vorige week kregen  we te horen dat mijn schoonmoeder een hersentumor heeft.
Tussen het ontvangen van dit vreselijke bericht en het afscheid nemen van (o)ma (d.w.z. het moment waarop ze het bewustzijn verloor)  zaten slechts twee dagen.
Hier *klik* schreef ik het hele verhaal dat ik nu in twee zinnen heb samengevat.

Mijn man is bij haar om haar de laatste zorg en liefde te geven, samen met zijn broer.
Ze doen het vol liefde en vinden het vanzelfsprekend dat ze dit doen.
Van heel veel mensen horen we dat ze dit toch wel heel bijzonder vinden, die twee mannen die hun moeder zo vol liefde verzorgen.
Ze zorgen goed voor maatje en zullen bij haar blijven zolang als nodig is.
Ze komen uit een warm nest. Misschien wel het warmste nest dat ik ken naast het nest waar ik uit kom, dus ik vind het ook volkomen vanzelfsprekend dat ze dit doen en ik ben ontzettend dankbaar dat dit mogelijk is.

En thuis gaat het leven gek genoeg gewoon door. De kinderen moeten naar school en hebben toetsen. Janneke kreeg haar (prachtige! ) rapport. Ze moet zich in gaan schrijven op haar nieuwe school. Jip heeft een informatieavond over het keuzeprofiel. Ik heb mijn werk. De boodschappen, het huishouden, eten koken... de dagen zijn lang en vol.

Daarbovenop komt het verdriet van de kinderen. Jip slaapt slecht en zijn emmertje zat vol de laatste dagen. Huilen en aan me hangen als ik 's morgens de deur uit ging. Kont tegen de krib. Niets was goed. Hij moest het toch maar gaan proberen op school, van thuiszitten word je immers ook niet vrolijker. Hij kon zich niet concentreren en zonderde zich af op school. Gelukkig heeft hij een oplettende juf die hem goed in de gaten houdt en hij mocht de afgelopen dagen 's middag lekker vroeg naar huis om bij te komen.

Er komen steeds meer klachten van de kinderen. Ik kook niet zo lekker als papa, ik haal de verkeerde boodschappen, de was is niet op tijd klaar, ze missen hem als ze uit school komen... kortom... het is allemaal maar niks zo, als papa er niet is.

Ik draai mijn dagen met mijn telefoon binnen een meter afstand van mijn lijf. Ik leun op alle lieve berichtjes die ik krijg  van familie, buurtjes en vrienden. In alle drukte komen we er wel dankzij alle whatsappjes en verdrietjes die we kunnen delen.
We horen steeds dat oma lekker rustig ligt te slapen, dat ze tevreden is en geen pijn heeft. En dat er eigenlijk niet veel verandert. Dat stelt ons gerust. Maar toch... zitten we gewoon toch een soort van te wachten. Jip zéker. Hij schrikt van elk telefoontje dat de juf ontvangt, bang dat ik het ben om te vertellen dat oma dood is. Hij zegt dat hij niet zal slapen voordat oma ook rust heeft. Hij is moe, dwars en verdrietig.

Dus zat er vanavond maar één ding op. We gingen oma en papa knuffelen.

Het heeft ons goed gedaan. De sfeer in haar huisje was warm, ontspannen en zo ontzettend liefdevol. De mannen zijn dankbaar dat ze dit mogen doen voor hun moeder. De rek zit er nog in. Ze kletsen veel over vroeger, kijken voetbal en drinken daarbij een potje bier met vrienden van ma, die op hun beurt de mannen ook weer vertroetelen.

Nu we weer thuis zijn is de spanning uit Jips lijf. Hij heeft gezien dat het goed was. Ma slaapt. Ze is ontspannen. De sfeer is rustig. Ze heeft geen pijn. We namen voor de tweede keer afscheid.
En ondanks dat ik deze week iedere dag heb gedacht dat het vandaag in godsnaam dan maar moest gebeuren, en ik vaak de laatste zin uit dit nummer hoorde in mijn hoofd... hoop ik ook gewoon dat het mag komen zoals het komt... als de tijd daar is...


zondag 15 maart 2015

Ze is thuis...

Dinsdag 3 maart, nog geen twee weken geleden.
Ik had wat uitgeslapen omdat ik wat grieperig was, en beneden trof ik Mr.C. met een bedrukt gezicht. Hij was gebeld door een vriend van zijn moeder.
We wisten dat zijn moeder die dag naar de oogarts zou gaan omdat ze de laatste tijd wat klachten kreeg met lezen, slechter zien en soms dubbel zien. 
Die vriend vertelde dat de oogarts zijn moeder doorverwezen had naar de neuroloog en hij had gevraagd of Mike wilde komen.

Mr.C. ging met een bedrukt hart de deur uit.
Natas, zei hij, ik heb er geen goed gevoel over. Ik heb een klein beetje het gevoel dat dit het begin van het einde is...
En ik snapte precies wat hij bedoelde... het was nergens op gebaseerd, maar ik voelde het ook.

Het werd één van de raarste dagen die ik ooit beleefd heb. Ik bleef wat hangen in mijn badjas, had nergens zin in en gooide mijn to-do-listje voor die dag opzij. 
Nog geen uur nadat Mr.C. vertrokken was ging de bel. Ik schrok me rot, Gaston stond voor de deur. Die man die de geldprijzen rondbrengt van de postcodeloterij.
Of we met de buren buiten konden verzamelen, want hij mocht wat leuke prijzen uitdelen.

Tien minuten later was ik buiten. Aangekleed, gemake-uped en geföhned. Het was raar. Buiten heerste een lacherige, opgewonden stemming, maar ik liep daar rond met een steen in mijn maag. Bloemen erbij, een camera op onze toet, en we wonnen een bedrag in de categeorie 'daar kun je goed van op vakantie'.
Tijdens de opnames en het straatgejubel door kwamen er steeds berichten binnen over mijn schoonmoeder. Ze had wat uitvalsverschijnselen, er werd aanvullend onderzoek gedaan. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis, het zou niet om een TIA of een hersenbloeding gaan...
En ik ging me steeds gekker voelen. Het liefst zou ik de prijs inleveren tegen goede berichten van mijn schoonmoeder. Maar dat werd niet gevraagd.
Er volgde een scan, daar was iets op te zien... maar we wisten niet wat.
De kinderen kwamen uit school, en juichten om de prijs, maar stonden allebei één seconde later te huilen omdat oma in het ziekenhuis was.
Toen Mr.C. 's avonds weer thuis kwam wist hij nog niet veel meer. Alleen dat er morgen nog een MRI-scan zou volgen. 

Op woensdag werd de MRI-scan gemaakt. Een dag later kregen we de uitslag. Er was een knikkertje op de hersenstam te zien. Het zou een abces of een tumor kunnen zijn. We schrokken ons lam. Was ons gevoel dan juist geweest? 
Het weekend brachten we door in het huisje van oma. Dan waren we lekker in de buurt. We gingen even op bezoek en ze kletste lekker met de kinderen. Ze begon er wel een beetje van te balen dat ze niet meer uit de voeten kon. Ze kon niet lezen, niet puzzelen, geen tv kijken, het was eigenlijk allemaal maar niks zo. We maakten ons zorgen of ze ooit weer terug zou kunnen naar haar huisje. Hoe moest dat nou, nu ze zoveel hulp nodig had?

Ze werd op de wachtlijst gezet voor een PET-scan. Donderdag is Mr. C. met haar mee geweest naar een ziekenhuis 90km verderop.
Afgelopen vrijdag kregen we te horen dat de tumor in haar hoofd eens zo groot was geworden en dat ze hersenvocht vasthoudt. Er was niets meer aan te doen...
En het gekke was... hoe verdrietig we ook zijn, hoe erg we haar ook gaan missen... ineens was het goed zo.
Maatje gaf al aan dat ze een goed leven had gehad. Ze wilde geen gesleutel aan haar lijf. Ze had Annemiek zien lijden, en dat was haar al veel te veel geweest. Ze wilde naar haar man toe,  'kleine Jantje' en naar Annemiek.
Mr.C. liet weten dat hij haar naar huis wilde brengen. Naar haar vakantiehuisje waar ze altijd zo genoten had van haar terras, van de zon die er altijd leek te schijnen en van de stilte en de rust om haar heen. Nog voordat Mr.C. het ziekenhuis verliet was alles al in gang gezet om ervoor te zorgen dat maatje zondagmorgen naar huis zou kunnen.

Gek, hoe je je door je gevoel laat leiden in zulke dagen.
Met de kinderen zouden we zaterdag op zondag logeren in een hotel in de buurt. Mike overwoog nog even om het bezoekuur over te slaan en even rust te nemen, maar ik zei dat ik het heel fijn zou vinden als we met de kinderen oma nog even zouden zien. Oma lag diep te slapen toen we aankwamen, niet wakker te krijgen, totdat ze een slokje koffie kreeg :-). Daarna heeft ze nog even heerlijk met de kinderen zitten kletsen. We merkten dat ze wat verward was, moeilijk op woorden kwam, en eigenlijk gewoon heel erg moe was. Met dikke knuffels en dikke tranen namen we afscheid. Verdrietig, maar ook dankbaar voor het mooie moment dat we met elkaar hadden gedeeld. Tot morgen zeiden we bij afscheid... dan ben je lekker thuis. En we hadden allemaal het gevoel dat er morgen geen gesprek meer met haar mogelijk zou zijn. 

En nu is ze eindelijk thuis. In haar eigen huisje. Het ontvangst comité van  kinderen en kleinkinderen stond klaar. Ze sliep veel. Was verward. Een gesprek was niet meer mogelijk...
Maar ze lag daar met de grootst mogelijke glimlach die je je kunt bedenken dankbaar te wezen in haar bedje.
We denken... hopen... nu ze zo snel achteruit gaat, dat het slechts een kwestie is van dagen.
We namen afscheid van haar. Hoe moeilijk... wetende dat het voor altijd is.
Het was voor mij bijna niet te doen. Hoe doe je dat in hemelsnaam als kind van 14 of 11?

Ik troost me met de gedachte dat ze lekker in haar bedje thuis ligt. Dat Mr.C. en zijn broer samen voor haar zorgen.
Haar bedje in haar huis, waar iedereen altijd welkom was, met dat heerlijke terras en die heerlijke tuin waar de zon altijd leek te schijnen.
Dat heerlijke plekje waar de zon nog voor altijd zal blijven schijnen.


zaterdag 14 maart 2015

zwijmelen op zaterdag: de stervende zwaan

Ik maak me zorgen om de zwanen in de plas hier vlakbij ons huis.

Het zwanenechtpaar heeft al een paar jaar lang ieder jaar een nestje in het riet.
Ik vrees echter dat het er dit jaar niet van gaat komen.

Eén van de zwanen is het spoor een beetje bijster.
Hij (of zij, ik kan dat niet zien bij zwanen) lijkt verliefd te zijn geworden op zijn eigen spiegelbeeld. Dagenlang is hij zoet met kopjes geven tegen zijn eigen spiegelbeeld dat hij in het kunstwerk ziet. Zijn spiegelbeeld baltst lustig terug.






Het andere zwaantje zie ik al dagenlang niet meer in de buurt. Die zwemt een beetje sipjes rondjes, een paar honderd meter verderop in de plas.

Ik zie het gebeuren, iedere dag weer. Ik fiets er dagelijks een keer of 4 langs op weg van huis naar werk en terug. En ik begin me er ook een beetje verantwoordelijk voor te voelen.

Ik heb het gevoel dat ik de enige ben die het ziet. Ik heb er nog niemand met medelijden naar zien kijken. Dus ik heb ook het gevoel dat ik het op moet lossen. Dat ík de plas in moet springen om de kunstwerken matzwart te verven. Maar dat vind ik ook weer een beetje raar.
Want misschien is het wel heel normaal bij dit zwanenpaar. Dat dit ieder jaar zo gaat, en dat ik het gewoon nog nooit eerder heb gezien. Wie weet is het wel onderdeel van hun voorspel. Weet ik veel?

Iedere dag hoop ik dat ze elkaar zullen treffen, en dat de andere zwaan dan nét even leuker terugbaltst dan dat spiegelbeeld. En dat er toch dit jaar weer een nest zal zijn, verscholen tussen het riet.
Gek hè, zo'n narcistische zwaan...

Dus je voelt hem al aankomen vandaag... een droevig zwanendeuntje...