zondag 21 juni 2015

Mijn weesbedje

Die tuin om ons vakantiehuisje... Ik kan erover blijven schrijven.

Al die ontdekkingen, alles wat daar leeft, alles wat daar groeit...

Onkruid wieden... snoeien...
Ik heb er altijd gemengde gevoelens bij.
Een beetje het gevoel van: ook een plant is iemand z'n moeder :-).

Even een zijsprongetje naar het park voor ons huis. We onderhouden het park samen met onze buren. De gemeente wilde er één groot grasveld van maken. Inmiddels is het een goed geslaagd project in het kader van de 'buurtparticipatie' en ligt het park met al zijn struiken er prachtig bij.
De laatste keer dat we gezamenlijk schoffelden kreeg ik het dubieuze compliment van een buurman: 'wat schoffel jij lief'.
Ik had geen idee wat ik hiermee aan moest, maar ik antwoordde dat ik het eigenlijk ook wel voor de onkruidjes wel sneu vond dat we ze wegschoffelden. Want onkruid is immers ook maar onkruid 'in the eye of te beholder'. En kennelijk vertaalde deze gedachte zich in een 'lief' schoffelen. Of het was gebrek aan kracht waardoor het aandoenlijk aandeed... dat zou natuurlijk ook kunnen.

Terug naar het vakantiehuis.
De sering. Die is een meter of zes omvang te groot en een dikke meter te hoog.
Ik stoorde me al maanden aan zijn grootte. Maar een sering doet ook maar wat een sering hoort te doen, en dat is gewoon zo groot mogelijk groeien.
Dat hij daardoor mijn tuin kleiner maakt en andere planten verstikt, daar kan de sering niets aan doen.



Toch vond ik dat hij wel wat smaller mocht worden.
En omdat ik weet dat de sering het toch wel blijft doen, dat hij er mooier van wordt en omdat zijn buurtjes ook weer meer ruimte krijgen om te groeien en te bloeien, besloot ik hem toch maar aan te pakken. Ik knipte en zaagde wat takken weg en ik pakte er een schop bij om het opschot weg te graven.

Het grappige is... ik kan geen klus doen in de tuin, of het roodborstje is er als de kippen bij om te kijken of hij er van kan profiteren. Echt... hij is voor de dooie donder niet bang. Komt tot op een halve meter afstand bij me kijken... Als ik aan het wieden ben, als ik de composthoop omschep... hij is altijd van de partij!

Ik had de schaar nog niet in de sering gezet of daar zat hij al op een tak. Alsof hij me iets wilde zeggen. Even was ik bang dat hij zijn nestje in de sering had.
Ik snoeide voorzichtig even door met wat kleine takjes. Hij kwam bij me op de schep zitten, pikte wat mugjes en vloog aan de andere kant van de tuin de struiken in. Direct daarna een wild gepiep: een feestmaal voor zijn jongen!  Nu had ik het door! Door het snoeien en het omwoelen van de bladeren en de grond kwamen alle mugjes en vliegjes tevoorschijn waardoor het voor het roodborstjesgezin een feestmaal werd!



Een paar uur later had ik ongeveer een derde van de sering gesnoeid. Wat een klus was dat. Vooral het uitgraven van het opschot!
En als ik dan zie dat de jasmijn weer adem kan halen, en als ik zie dat er midden in de sering een verdrukt plantje staat waarvan ik geen idee heb wat het is, maar wat ongetwijfeld ook weer mooi gaat worden... dan is het toch gewoon helemaal goed?
Hij kan echt nog een keer de helft kleiner, en zeker ook 1/3e korter. Maar dat is fase twee.
Er moet nog meer gebeuren in de tuin.



Midden in de sering vond ik nog een verloren pioenroosje. Ik heb hem liefdevol opgenomen in mijn 'weesbed':  het plantenbed voor alle verloren plantjes. De verloren roos die ik onder de rododendron vond heb ik er geplaatst. De brem die tussen de laurierhaag stond. De stokroos die in mijn eigen tuin thuis niet meer paste, maar die uit de tuin van mijn ouderlijk huis kwam, en waar ik om die reden geen afstand van kon doen. De hortensia-stompjes die in het grasveld stonden waar we bijna met de grasmaaier overheen gingen... Allemaal krijgen ze een plekje. En ik hoop dat ze het gaan doen. Want we zijn er gewoon ook vaak niet, dus ze moeten het hebben van wat regen en een paar sproeibeurten per maand.

Ik ben voorlopig nog niet uitgetuinierd. Het is hard werken. Maar gelukkig  heb ik weinig zitvlees en ben het voorlopig ook nog niet zat.

2 opmerkingen:

  1. Het roodborstje wat hier zo verliefd op de tuintafel naar mijn kanariepietje lonkte, heb ik niet meer terug gezien. Zo jammer.
    Je bent goed bezig

    Lieve groetjes, Ria

    BeantwoordenVerwijderen